donderdag 29 september 2016

Spoed

Dat Little-Miss-M gevallen is.
Dat ze niet goed weten hoe.
Dat ze flink bloed en misschien best naar de dokter gaat.
Dat onze dokter niet opneemt.
Dat we naar de spoed gaan.

Van de man rechts van mij vermoed ik eerst dat hij Pools is of zo. Als ik beter luister blijkt hij westvlaams te praten.  Ik versta er nog altijd evenveel van.

Achter mij zit een echte oostblokker.  De stoere bouwvakker gebruikt het weinige Vlaams dat hij kan om al na 2 minuten te rellen over het feit dat hij moet wachten. GOTFERDOEM!
Een beetje later steekt hij stiekem zijn vinger in zijn keel.
Hij moet toch blijven wachten.

Wij raken door de eerste triage en verhuizen naar de gang. Waar we verder mogen wachten.  Dit keer zonder speelgoed ter onze beschikking.

Er komt nog eens iemand kijken.
Die zegt het zelfde als de eerste. Dat het gehecht moet worden. En dat we moeten wachten.

Een andere oostblokker komt met de ziekenwagen binnen en mag naast ons in de gang zitten. De man heeft zijn vrachtwagen op zijn zijde geparkeerd op een rondpunt en is nogal overstuur en vooral bang zijn job te verliezen.

Er komt nog iemand naar haar wonde kijken. We krijgen te horen dat het gehecht moet worden. En dat we moeten wachten.

De kantelende vrachtwagenchauffeur wordt naar een box verhuist.

We krijgen een bed naast ons. Eerst zien we alleen 2 lijkbleke ongelooflijk dunne benen. Als het bed verder gereden wordt zien we dat de eigenaar van de benen zijn, of haar, hoofd verstopt heeft in verschillende pulls. Het hand dat bij het lichaam hoor plukt onophoudelijk aan een wikkel, die steeds langer wordt. Ik denk aan een mummie die zichzelf uitpakt.
Uit het verhaal van de begeleider kan ik opmaken dat de problemen zich voornamelijk IN het verpakte hoofd voordoen.

Little-Miss-M is het beu en wilt naar huis. Ze huilt dat de dokter haar vergeten is.
Er komt nog eens iemand kijken.  Hij vertelt niets nieuws. En dat we mogen wachten.

Iemand is op zoek naar iemand anders waarvan niemand lijkt te weten waar die  is. Ze zoeken met zijn allen.

De vrachtwagenchauffeur krijgt iets kalmerends hoor ik iemand zeggen.

We mogen meegaan.  Maar we moeten nog even wachten.
Na een kleine discussie onderling besluiten ze toch haar met gas te verdoven. Ze krijgt drie draadjes in haar kin. Ze gichelt een beetje.
Ze mag een kadootje kiezen want ze was flink. Mama krijgt alleen nog verzorgingstips.
We mogen gaan
Maar eerst moeten we nog wachten.
Op een papiertje.
Als we de gang terug opstappen is er van de onstabiele chauffeur,  de wouwelende westvlaming en de hoofdloze mummie geen spoor meer.

De rellende oostblokker zit lachend in een box,  van zijn misselijkheid is er geen spoor meer.

In de wachtzaal zitten nu mensen wiens verhaal we niet kennen.

We staan terug buiten

Geen opmerkingen:

Een reactie posten